
Wet milieubeheer
Artikel 8.1
1
Het is verboden zonder daartoe verleende vergunning een inrichting waartoe een gpbv-installatie behoort:
a
op te richten;
b
te veranderen of de werking daarvan te veranderen;
c
in werking te hebben.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere categorieën van inrichtingen worden aangewezen, waarvoor de in het eerste lid bedoelde verboden gelden.
3
Voor een inrichting als bedoeld in het eerste lid dan wel voor een inrichting die behoort tot een aangewezen categorie van inrichtingen als bedoeld in het tweede lid, geldt het verbod, bedoeld in het eerste lid, onder b, niet met betrekking tot veranderingen van die inrichting of van de werking daarvan, die in overeenstemming zijn met de voor de inrichting verleende vergunning en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften.
4
Voor een inrichting die behoort tot een aangewezen categorie van inrichtingen als bedoeld in het tweede lid, geldt het verbod, bedoeld in het eerste lid, onder b, evenmin met betrekking tot veranderingen van die inrichting of van de werking daarvan, voor zover daarop regels, gesteld krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 8.40, van toepassing zijn.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.